donderdag 16 juli 2020

Hoofdstuk 2: Beeld en Sequentiële kunst. De kracht van beelden. Deel 1

We gaan verder met onze definitie: 

Narrative + Art + Sequention = comic

Het eerste deel, Narrative, hebben we deels behandeld in het eerste hoofdstuk. We gaan verder met Art en Sequention: kunst, beeld en sequentie.

Nood: Toen ik dit schreef was de aanslag op Charlie Hebdo actueel. Het blijft een goed voorbeeld. Zie einde van tekst.

De kracht van beelden.

Mensen voelen zich verbonden met de personages in (strip)verhalen. In het deel over de stripgeschiedenis zullen we voorbeelden aanhalen als The Gumps en onze eigen Kiekeboes. Denk ook aan Sherlock Holmes, toen Sir Arthur Conan Doyle de detective liet doodgaan, werd dit onthaald op heel wat protest van de fans. De wisselwerking tussen beeld en verhaal is nergens zo sterk als in de strip. De strip is geen hybride, minderwaardige vorm van literatuur en beeldende kunst. Het is een geslaagde combinatie die haar kracht zowel uit verhaal als beeld haalt. In dit deel ga ik dieper in op de kracht van beelden.

Het schema is van toepassing op alle vormen van de beeldende kunst. De beweging van links (realisme) naar rechts (abstractie) is de beweging doorheen de kunstgeschiedenis. Het vertegenwoordigd de vraag ‘Wat is kunst?’ Is het principe van mimesis noodzakelijk om van kunst te spreken? Volgens Leon Battista Alberti[1] wel. Volgens Alberti moest een schilderij niet te onderscheidden zijn van wat het afbeeldt. Arthur C. Danto heeft dit de albertiaanse geschiedenis genoemd[2]. Laten we zeggen dat deze albertiaanse geschiedenis als heersende eigenschap eindigde bij de abstractie kunst. De albertiaanse geschiedenis is nog niet voorbij want schilderijen en tekeningen naar waarheid worden nog steeds gemaakt en is een belangrijk onderdeel van de opleiding tot kunstenaar.

Sir Gombrich geeft in zijn Story of art het voorbeeld van Picasso’s tekeningen van een Haantje en Kloek met kuikentjes. De tekening van de kloek is waarheidsgetrouw maar het haantje lijkt niets op een haan zoals de mensen in hun tuin hebben. Picasso heeft bewezen dat hij een kip naar waarheid kan tekenen. Maar Picasso was niet tevreden met het uiterlijk zonder meer. Hij wou de strijdlustigheid en brutaliteit[3] van de haan weergeven. Hiervoor greep hij naar een karikatuur.

De karikatuur is het resultaat van de belangstelling die kunstenaars hebben voor expressiviteit en het experimenteren met het afbeelden van gezichten en lichamen. Leonardo da Vinci bracht deze expressiviteit tot extreme hoogte met zijn groteske portretten/karikaturen. Giuseppe Arcimboldo bracht de karikatuur naar fantasie met zijn fruitportretten. William Hogarth bracht de karikatuur naar satire in de politieke cartoons.

De aanslag op Charlie Hebdo van 7 januari 2015 en de protesten/ het geweld tegen de nieuwe uitgave van Charlie Hebdo bewijzen nog maar eens hoe krachtig de cartoon is, net als het wereldwijde geweld tegen de Mohammedcartoons (2005). De cartoon is een middel om te ventileren tegen politieke en maatschappelijke gebeurtenissen. Dit werd al gedaan in het oude Rome: uitspraken vergezeld met tekeningen vinden we op muren van Romeinse archeologische site.

Met de karikatuur en cartoon verschuiven we meer en meer naar de rechterkant van de as.

In de volgende post gaan we verder met de karikatuur en cartoon.

Wordt vervolgd...



[1] Italiaanse kunstenaar en filosoof (1404-1472).

[2] Danto, 2014, p. 18.

[3] Gombrich, 1974, p. 10.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten