zaterdag 5 september 2015

Geef mij een kus.

Artikel is verschenen op: http://www.boekenkrant.com/geef-mij-een-kus/

Het was drie jaar geleden sinds de vorige samenwerking tussen de Belg Zidrou en Spanjaard Francis Porcel. Na Folies Bergère vroegen we ons af of dit team nog een klassieker kon produceren. En ja hoor, met De nar hebben ze weer een strip van niveau neergezet. Het is het tweede middeleeuwse sprookje van Zidrou, al was het idee oorspronkelijk van Porcel.

Door Elias Jonkers

Zidrou, pseudoniem van Benoît Drousie, is op dit moment één van de belangrijkste stripscenaristen die zowat alle genres aankan. Van humoristisch zoals Dokus tot serieuze werken als Michel. In zijn vorige middeleeuwse sprookje, Drie vruchten, toont Zidrou dat hij ook dit genre perfect beheerst.

De nar gaat over een jongetje dat zo lelijk is dat ze het Fluim noemen. Fluim is de zoon van een soldatenhoer die om een onbekende reden gevangen wordt gezet door de Graaf D’Astrat. Het enige wat het mooie kind had gedaan was de laatste wens van een stervende ridder voltooien. Sindsdien dient zij om de cipier, en beul in zijn vrije tijd rijker te maken. De zonde van deze vrouw was dromen van een mooier leven.
Het thema waarrond Zidrou het scenario heeft opgezet is de lelijkheid. Maar de vraag is, zoals bij een goed sprookje: Over welke lelijkheid? Fluims uiterlijk of het gedrag van de mens, zoals de cipier of de graaf? Fluim heeft een redelijk goed leven en kan zich best gelukkig noemen totdat hij de nar van Livia, de dochter van de graaf, wordt. De arme drommel wordt tot over zijn oren verliefd op het mooie meisje. Fluim heeft echter een bijzondere gave die hem uiteindelijk bekend maakt als de sprookjesprins. Hij vraagt telkens maar één ding voor zijn gave: dat iemand hem een kus teruggeeft. ‘Maar niemand gaf hem ooit een kus terug.’ Of toch…?

Het verhaal begint met een ‘tragikomische proloog’, zoals de verteller het zelf zegt. Hierna krijgen we het titelblad en gaat het verhaal verder over de jeugd van Fluim. Het einde wordt aangekondigd wanneer de verteller sterft. Het verhaal van Fluim kan echter doorgaan als een legende.
De verteller is een gevangene in de kerker waar Fluim opgroeide. Doorheen het verhaal zijn er verwijzingen naar eerdere pagina’s wanneer onze verteller zich weer iets herinnert. Wanneer het beeld naar de verteller gaat, geeft Zidrou ons een pauze. De verteller betrekt de lezer in het verhaal. Bijvoorbeeld wanneer hij ons direct aanspreekt als toeschouwer: “Ha ha, ha! Dat zou je vervelend vinden, hé? Als ik nu door zou gaan.” Een herhaling vinden we wanneer Fluim telkens op een kus terug vraagt en telkens een weigering in de plaats krijgt.

De nar is een prachtig sprookje en het tekenwerk leunt perfect aan bij het verhaal. De sfeer die Porcel weet te creëren is adembenemend. Fluim is aanwezig maar wie kijkt nu echt naar hem om?
Op de gezichten van elk personage kunnen we de emoties door het papier heen voelen.
De cover is een meesterwerk op zich. Livia en Fluim zijn als één gezicht. De lippen raken elkaar wat een knipoog is naar de gave van Fluim en de nadruk legt op de kus. Toch trekt het oog van Fluim de aandacht. Dit is mooi en mysterieus, zoals het personage zelf. De cover is als een symbolistisch schilderij met de gouden achtergrond.

Dit middeleeuws sprookje gaat evengoed over een kus. Het is een symbolisch verhaal dat niet zo zeer over liefde gaat maar eerder over het verlangen om geliefd te worden. Dit is een klassieker met een kwaliteit waarvan er nog maar weinig gemaakt worden. Dit boek is net als De kus van Klimt een icoon. Het is het antwoord op de vraag: ‘Wat moet je gelezen hebben?’ net zoals De kus het antwoord is op de vraag: ‘Welk schilderij moet je ooit gezien hebben?’

EJ

Boekgegevens:

Zidrou en Porcel, De nar, Dargaud, ISBN 9789085584049 (€ 17,95) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten