Posts tonen met het label historisch. Alle posts tonen
Posts tonen met het label historisch. Alle posts tonen

vrijdag 29 september 2017

Kleine Alexander de Grote

Tijdens het Stripfestival Breda op 14 en 15 oktober stellen Bart Proost en Barcas het nieuwste album in de reeks Alexander de Grote voor. Het album, De Kleine Alexander, (te verschijnen bij Strips2Go) gaat over de kinderjaren van Alexander, nog voor hij een grote was. Net als bij de andere albums vind je bij deze een mix aan historische feiten en heel veel humor.

Alexander de Grote is een geweldig leuke familiestrip dat zowel leerzaam als entertainend is. Zowel educatief als ontspannend te gebruiken. 

dinsdag 19 september 2017

Essentials van: Dark Dragon Books

Iedere uitgeverij krijgt, onder Essentials van, een lijst met een aantal titels die absoluut het lezen waard zijn. In de lijst zitten nieuwe en oudere albums. De titels zijn leestips en de lijst is natuurlijk niet absoluut, elke maand komen er wel nieuwe mooie titels uit bij elk van de uitgeverijen. Het kan dan ook goed zijn dat we hier bij Gestript af en toe een update plaatsen. 
We beginnen met Essentials van:



donderdag 3 augustus 2017

Nieuw bij Ballon

Vanaf 2 augustus te koop bij uw favoriete strip- of boekhandel:

De Bank: Derde generatie 1882-1914. Deel 6: De kolonale tijd.

De Bank is een historische familiesaga van het Franse adellijke geslacht de Saint-Hubert. Onder de Franse koningen hield deze familie de titel van baron. Tijdens de Revolutie raakten ze alles kwijt. Charlotte en haar broer Christian de Saint-Hubert weten uiteindelijk hun fortuin terug op te bouwen. Christian sticht de Banque générale d'investissement. De familie de Saint-Hubert valt uiteindelijk in twee delen: de erfgenamen van Charlotte en de erfgenamen van Christian voeren een onderlinge strijd om de zeggenschap over de bank. 

In het eerste deel van het tweeluik over de derde generatie (Deel 5: Het Panama-Project) zien we hoe de leden van de familie toenadering tot elkaar zoeken. Een belangrijke speler is Joseph de Saint-Hubert, kleinzoon van zowel Charlotte als Christian. Uiteindelijk reikt het imperium van de Saint-Huberts tot in Afrika en Azië, en wil Joseph ook Amerika veroveren.

De eerste twee delen werden getekend door Julien Maffre. Vanaf het derde deel neemt Malo Kerfriden het van Maffre over. Voor het vijfde en zesde deel is tekenaar van dienst Stéphane Brangier. Het verhaal van Pierre Boisserie en Philippe Guillaume blijft even sterk en ook de tekenstijlen sluiten naadloos aan op de vorige delen. 

Waar De Bank zich onderscheidt van andere financiële strips (o.a. Hedge Fund) is dat het focust op één familie. Het is een boeiende familiesaga met aspecten uit de geschiedenis. Het toont de evolutie van een familie, maar ook de ontwikkelingen in Parijs, Frankrijk, Europa en uiteindelijk ook heel de wereld. 
Met het zesde deel glijdt ook de familie de Saint-Hubert uiteindelijk in de Eerste Wereldoorlog. De Bank gaat zelfs na zes delen niet vervelen of klinkt dan ook maar enigszins ongeloofwaardig. En voor wie wil: aan het einde van elk album krijgen we een historische achtergrond bij de gebeurtenissen. 

Boekgegevens:
Boiserie, Guillaume & Brangier, De Bank: Derde generatie 1882-1914. Deel 6: De kolonale tijd. Dargaud, ISBN 9789085584872 (€9,95)


De Roofdierenclub 2: Het feest. 

De Roofdierenclub is een thriller in twee delen. Of moeten we eerder horror zeggen? Het begin van het eerste deel was goed, maar het slot was eenvoudig gezegd weerzinwekkend. In het verhaal schuilt een ongelooflijke gruwel. 
Gedegouteerd wisten we niet wat er van te denken. Was het nu goed? Zouden we het tweede deel wet lezen? En kijk, de nieuwsgierigheid heeft het gehaald. 

De setting is het victoriaanse Londen. Het is een tijd van grote tegenstellingen: de rijken zitten in  hun exclusieve clubs en de armen werken zich te pletter in de fabrieken van de heren. De Roofdierenclub is één van de meest exclusieve clubs uit de stad waar de mist niet dik genoeg is om alle gruwel te verbergen. Door de stad loopt de zogenaamde boeman rond, die de vader van schoorsteenveger Jack heeft vermoord. De jonge knaap wil maar wat graag de roofdieren op hun donder geven. 
Gelukkig loopt hij Liz tegen het lijf. Zij is de dochter van een rijke gentleman. En daddy is dan ook nog eens een roofdier. 
Jack en Liz zullen niet langer onschuldige kinderen blijven wanneer ze in contact komen met de horror van de Roofdierenclub. Want wat eten roofdieren? Vlees. En wat gebeurt er als een onschuldig kind in een kooi bij een hongerige leeuw belandt? 
Als u eens graag gechoqueerd wil worden, moet u zeker dit horror-tweeluik lezen. Zo niet, dan deze goede raad: lees dit verhaal dan zeker niet. Toch heeft schrijfster Valérie Mangin een een sterk verhaal neergezet. De tekeningen van Vlaming Steven Dupré passen perfect bij het verhaal. 

Boekgegevens:
Mangin & Dupré, De Roofdierenclub 2: Het feest, Casterman, ISBN 9789030372363 (€7,95).


De nieuwe avonturen van Snoesje 1: Het geheim van Melanie Distel.

In 1965 bedacht Raymond Macherot Snoesje voor Spirou/Robbedoes. Snoesje lijkt veel op Chlorophyl, een reeks die Macherot maakte voor Leblanc van Tintin/Kuifje. Snoesje is alleen zachter omdat Dupuis een jonger publiek aansprak. 

Na de heropstart van Macherots reeksen zoals Clifton en Chlorophyl is het nu ook de beurt aan Snoesje. Deze nieuwe avonturen zijn opnieuw van scenarist François Corteggiani, die in 2009 ook al een verhaal schreef. De tekeningen zijn van nobele onbekende Netch. 
Beiden doen een verdienstelijke poging om de avonturen van de muis Snoesje en haar verloofde Tadoem nieuw leven in te blazen. Geen hoogstaand verhaal, maar wel leuk entertainment. 

Boekgegevens:
Corteggiani & Netch, De nieuwe avonturen van Snoesje 1: Het geheim van Melanie Distel, Casterman, ISBN 9789030372394 (€4,95)

EJ

zondag 30 juli 2017

Juan en de eenhoorn

Onlangs verscheen bij Dark Dragon Books de one-shot De Eenhoornridder. Het vrij onbekende duo Stéphane Piatzszek en Guillermo González Escalada geven ons een prachtig getekend werk en een mooi geschreven verhaal met historische achtergrond. 

De Eenhoornridder is een mooi verhaal, het lezen zeker waard. De middeleeuwen zijn prachtig in beeld gebracht door meesterlijk tekenwerk. 
Het verhaal bestrijkt twee jaar uit het leven van ridder Juan Fernández de Heredia en beschrijft zijn zoektocht naar een hersenschim en de reden van zijn miraculeuze herstelling na een dodelijke verwonding. De tekeningen zijn realistisch en verzorgd en prachtig qua kleuren en lijnvoering. Het is een mooie vertelling in een  realistische setting. 
Het verhaal gaat snel, soms wat te snel en op het einde krijgen we alleen een kleine kader waarin we vernemen wat er met Juan nadien nog gebeurd. Misschien had de schrijver er beter een miniserie van twee à drie albums van gemaakt. Want nu krijgen we niet echt de tijd om enige betrokkenheid te voelen bij de strijd van de ridder. 
Maar laat dat de algemene indruk niet in de weg staan: De Eenhoornridder is een mooi verhaal, het lezen zeker waard. Gebruik De Eenhoornridder niet om te weten wat er echt met Juan de Heredia is gebeurd, want dan gaat het volledig de mist in. Maar dat is uiteindelijk een detail wanneer we gewoon een leuk verhaal willen lezen.

Wie meer wil weten over Juan de Heredia (en meer beeldmateriaal wil zien), kan verder lezen: 

zondag 2 juli 2017

Vrijheid en gelijkheid in Madagaskar

Het is altijd leuk om te fantaseren bij historische vermeldingen, hoe klein en onwaarschijnlijk deze ook zijn. Het uitgangspunt voor de reeks Libertalia bij Casterman is de vermelding van de gelijknamige onafhankelijke piratenstaat op het eiland Madagaskar. Libertalia werd vermeld in het boek A General History of the Pyrates door een zekere Captain Charles Johnson. Maar ook de identiteit van de auteur staat allerminst vast. Materiaal genoeg dus om te speculeren over de staat Libertalia. De auteurs van de stripreeks hebben er in ieder geval een boeiend avonturenverhaal van gemaakt.

Een spannend avonturenverhaal over Libertalia, een vrije piratenstaat in Madagaskar. Het verhaal is zo goed geschreven dat het wel eens waar kon zijn en het tekenwerk is indrukwekkend.

dinsdag 13 december 2016

Een striphagiografie bij Dargaud

Vincent, Heilige tussen de musketiers van Dargaud, vertelt een episode uit het leven van Vincentius a Paulo, ofwel Sint Vincentius. Deze heilige is de patroon van o.a. liefdadigheid, ziekenhuizen en paarden. Hagioloog van dienst is Jean Dufaux. Martin Jamar is tekenaar van dienst.
Door Elias Jonkers.

Een aangrijpend en mooi verhaal over een boeiende heilige. We zien Jean Dufaux aan het werk als hagiograaf.

donderdag 13 oktober 2016

Drie grote religies verbonden in Het Orakel van de Maan

De dochter van de wijze is het vierde en tevens laatste deel van Het Orakel van de Maan, geschreven door filosoof, socioloog en godsdiensthistoricus Frédéric Lenoir. De roman werd herwerkt door Griffo en Rodolphe, met behulp van Lenoir zelf. Het vierde deel heeft lang op zich laten wachten, maar met dit laatste deel is het tijd om de reeks eens onder de loep te nemen.
Door Elias Jonkers.


Filosofie, geschiedenis en religie, gecombineerd  met een spannend, intiem en melancholisch  levens- en liefdesverhaal. Een mooi verhaal van Frédéric Lenoir, in beeld gebracht door Griffo. 

Ik moet bekennen dat ik het eerste deel destijds (2013) kocht omdat ik grote fan ben van Frédéric Lenoir. Ik leerde de schrijver kennen met het boek De filosofie van Christus, dat ik dan ook meermaals heb gelezen. Dit boek is echter geen fictie, maar eerder een geschiedenis over het christendom. Lenoir schrijft non-fictie, theater, fictie en scenario's voor strips (La Prophétie des Deux Mondes 2003-2008 en L'Élu, 2008). De roman vond ik zelf al goed en de bewerking is dat ook.

donderdag 7 april 2016

Onderdompelen in de wonderlijke wereld van Bosch

Het is in 2016 precies vijfhonderd jaar geleden dat de Nederlandse schilder Jheronimus Bosch overleed. Dat wordt gevierd door tentoonstellingen en allerhande uitgaven over zijn kunstwerken. Bij het eerbetoon aan één van de beroemdste kunstenaars kan en mag een stripverhaal natuurlijk niet ontbreken. Het album, Jheronimus Bosch, is gebaseerd op de diversiteit en veelheid van schepselen in de werken van Bosch. Het prachtige eerbetoon in stripalbum is van de hand van Werner Goelen aka Griffo. 
Door Elias Jonkers.

De meester schilder.

Jheronimus (roepnaam: Joen, postuum: Jeroen) Bosch is één van de bekendste kunstenaars en toch ook onbekend. Veel mensen zullen hem in verband brengen met fabelachtige monsters en het macabere. Toch weten we ontzettend weinig over deze meester. Zelfs zijn exacte geboortedatum kennen we niet. De datum wordt geschat op 1450.
Wel weten we dat hij uit een artistieke familie stamt. Zowel de vader, grootvader als overgrootvader van Jeroen waren schilders. Hun achternaam was van Aken, dus kunnen we aannemen dat ze uit Aken (Duitsland) komen. Ook de broer van Jeroen, Goessen, was een schilder. De kinderen van Goessen, dus de neefjes van Jeroen, waren ook schilders.
Om zich te onderscheiden van zijn voorouders nam Jeroen de achternaam Bosch aan, van de stad waarin hij woonde: 's-Hertogenbosch, in die tijd één van de grootste steden in het hertogdom Brabant. Naar alle waarschijnlijkheid heeft Jeroen een opleiding gekregen in het atelier van zijn vader, Anthonis van Aken.
We weten dus heel weinig over het leven van deze grote schilder. Er is hem al verschillende zaken toegeschreven: van alchemist, tovenaar, duivelsaanbidder tot krankzinnige. Dit alles maakt dat er rond de persoon Bosch een hele mythe is ontstaan die steeds sterker wordt. 


De stripmaker.

Genoeg dus om een stripverhaal over te maken. Gelukkig weten we over de andere meester wel meer: de Vlaming Werner Goelen, alias Griffo, volgde zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en werkte voor o.a. Humo en Kuifje. Bij de laatste nam hij de reeks Ton en Tinneke over van Franquin. Maar het humoristische kon hem nauwelijks bekoren en hij stapte op bij Kuifje. Samen met Jean Van Hamme maakte hij S.O.S Geluk en met Jean Dufaux maakte hij verschillende reeksen als Giacomo C., Beatifica Blues en Samba Bugatti. De afgelopen twee jaar verschenen van Griffo als tekenaar de reeks Golden Dogs (4 delen, 2014-15 bij Le Lombard) samen met Desberg en De zijden sjaal (2015 bij Ballon) samen met Grossey.

Jheronimus Bosch is zijn eerste soloalbum en Griffo draagt het album op aan zijn vader die hem de artistieke weg heeft getoond en hem aangezet heeft om originele tekeningen te maken. Hier kunnen we dus een kleine parallel tussen de schilder en striptekenaar ontdekken.  

Het verhaal speelt zich af in de tijd van Jeroen Bosch en in de hedendaagse tijd, in Gent, waar men aan de universiteit werkt aan de restauratie van een schilderij van Bosch. Het probleem is dat de onderzoekers niet weten welk vernis de schilder heeft gebruikt. En Jeroen Bosch weet het zelf eigenlijk ook niet goed. 
De schilder kan de demonen vangen in zijn tekeningen en doeken. Het enige probleem is dat ze telkens weer weten te ontsnappen. Totdat hij een demonicide krijgt van een alchemist. Met deze stof blijven de demonen op het doek. Maar wat als de restaurateurs het vernis er af krijgen om het werk te restaureren? 

In Gent is de restauratie van het Lam Gods volop aan de gang en dat bracht Griffo op het idee om iets rond een restauratie van een werk van Bosch te doen. Het magische vernis dat duivels en demonen vasthoudt is natuurlijk een fantastisch verzinsel van de striptekenaar. Jheronimus Bosch is dan ook geen studie over de schilder, maar een sprookje, een fabel. 

Het album is een wandeltocht doorheen de eigenzinnige stijl van de schilder en zijn ogenschijnlijk onbegrensde verbeelding. Want wie had kunnen denken dat de wonderlijke en macabre schepselen in de werken van Bosch ook werkelijk bestaan? Wel Bosch kan ze zien. In werkelijkheid zijn het beelden die menig middeleeuwer herkende. Onder de humoristisch aanvoelende buitenkant schuilt een waarschuwing aan de mensen om niet te zondigen. Want eenmaal in de hel staan de zondaar onvoorspelbare straffen te wachten. 
 
Hier en daar is het verhaal niet altijd even duidelijk. Om het verschil tussen heden en verleden te duiden is er geen grafisch verschil gebruikt; dit maakt dat het verhaal niet altijd even vlot leest voor het geoefende oog. Een verschil in paneelrand of kleurgebruik kan dit oplossen.
En andere, spijtige fout is de plaatsing van de tekstballon in paneel 2 op pagina 6. De uitspraak van de vader komt volgens de plaatsing van de ballon uit de mond van de moeder.  Dit is jammer.

Ondanks de kleine details is Jheronimus Bosch een mooie ode van een kunstenaar aan een andere kunstenaar. U moet wel in het achterhoofd houden dat het geen non-fictie is. Het is geen geschiedenisles. De demonen van Bosch zijn grafisch sterk weergegeven door Griffo.
Is dit nu een werk dat u moet gelezen hebben over Bosch? Nee, niet echt. Wel is het een werk dat u als liefhebber van verhalen en strips moet gelezen hebben. Want het is een ontspannend en leuk verhaal. Laat u als lezer onderdompelen in de wonderlijke wereld van Jheronimus Bosch.

Boekgegevens:
Griffo, Jheronimus Bosch, Glénat, ISBN 9789491684616 (16,95)

EJ -06/04/2016

Visueel spektakel in Beieren

Historische feiten zijn in Het Kasteel van de sterren verweven met steampunk tot een fantastisch sprookje. Alex Alice geeft ons een verhaal dat een plezier is om te lezen en te bekijken. Een waar visueel spektakel. En neem dat gerust letterlijk, want het speelt zich af in de tijd van de Sprookjeskoning, Lodewijk II van Beieren. 
Door Elias Jonkers.

We kennen de Fransman Alex Alice vooral van Het Derde Testament en van Siegfried. De laatste vertelt het verhaal van de held uit het Nibelungenlied. Alex Alice inspireerde zich op de opera van Richard Wagner, Der Ring des Nibelungen. Ook in Het Kasteel van de sterren speelt Wagner een rol. Net als in het leven van Lodewijk II. 

Lodewijk II was een patroon voor Wagner, die wel eens geld nodig had. Lodewijk II bewonderde meester niet alleen voor zijn muziek en opera's, maar ook omwille van zijn politieke ideeën. Lodewijk II was een eenling en trok zich vaak terug in zijn kasteel waar hij zat te mijmeren. Hij liet zich nauwelijks zien aan personeel en familie. Als hij zich al verplaatste was het vooral 's nachts; hij hield immers van het maanlicht. De koning had een grote interesse in mythen en sprookjes.
Naargelang zijn regeerperiode vorderde trok hij zich steeds verder en verder terug en liet hij in de Alpen diverse kastelen bouwen die zo uit sprookjes geplukt leken. De bijnaam van Lodewijk II was niet voor niets de Sprookjeskoning
Lodewijk II heeft trouwens Slot Neuschwanstein, dat Alex Alice prachtig heeft weergegeven, nooit voltooid gezien, laat staan er echt in gewoond. Het is ook een feit dat de regering de koning onbekwaam lieten verklaren en hem gevangen namen. 
Lodewijk II was een geliefde koning die regeerde van 1864 tot 1886. De Duitse eenmaking valt midden in de regeerperiode van Lodewijk II. Hij heeft altijd het verlies van onafhankelijkheid betreurd. 

Alex Alice neemt deze historische feiten mee in zijn verhaal, maar propt ze allemaal in een kortere tijdsperiode. De koning is nog een jonge knappe man terwijl hij in Neuschwanstein woont en hoopt de sterren te bereiken. De sterren bereiken en de ruimte  veroveren is het centrale thema in Het Kasteel van de sterren. 
Serafijn en zijn vader, een professor, wagen zich aan de oproep van Lodewijk II om een ethernef te bouwen, een soort van steampunk ruimteschip. Serafijn verloor zijn moeder, Claire, in een experiment om de etherbarrière te bereiken. Vader en zoon bouwen verder aan het experiment van Claire. 
Maar een toestel om in de ruimte mee te vliegen is een machtig wapen en al gauw duiken er Pruisische spionnen op, onder leiding van Bismarck.
Om het geheim van de ether te beschermen sluit Serafijn samen met de dienster Sophie en het knechtje Hans een verbond als de Ridders van de Ether. 

Met vuurwerk en de muziek van Wagner op de achtergrond reizen Serafijn, de professor, Hans, Sophie en de koning in de ethernef. De reis moest een proefrit zijn, maar door het verraad van de spionnen is het voor het gezelschap niet meer veilig en reist de ethernef steeds hoger en hoger de ruimte in. 
Hoe dit avontuur afloopt kan u best zelf lezen. Wel kan ik verraden dat het eerste deel op een zeer spannend moment eindigt. U zal op het tipje van uw stoel zitten. Het is dus een aanrader om alle twee de delen vlak achter elkaar te lezen. 



De tekenstijl die Alex Alice hier gebruikt is anders dan zijn vorig werk. Het voelt losser en luchtiger aan met een rijk en warm kleurenpalet. Alex Alice haalde zijn inspiratie bij de fantastische wetenschap van Jules Verne, de Duitse Romantiek en zijn indruk tijdens de reis naar Beieren. Verder noemt hij Tardi, Hergé en De D-duistere steden (van Schuiten en Peeters) en Miyazaki als inspiratiebron. De invloed van de wonderlijke en kleurrijk sprookjeswereld van de Japanner Miyazaki (o.a. Howl's Moving Castle) is duidelijk zichtbaar in Het Kasteel van de sterren
Toch maakt Alex Alice er zijn eigen werk van met Hans als komische noot. Het personage Hans ziet er minder realistisch uit dan de andere en lijkt wel op een verloren gelopen manga-figuur. Verder zijn de compositie en panelen op momenten geniaal bedacht. De tekeningen zijn gewoon magnifiek.

Het Kasteel van de sterren is een prachtig vormgegeven album waarin de passie, obsessie en waanzin centraal staan. De sprookjesachtige elementen en fantastische wetenschap storen helemaal niet. Het is een fantasieverhaal met een historische grondlaag. Dit tweeluik is een absolute aanrader en mag in geen enkel boekenrek ontbreken!

Boekgegevens:
Alex Alice, Het Kasteel van de sterren. 1869: De verovering van de ruimte - vol. I, Dark Dragon Books, ISBN 9789460782947 (19,95)

Alex Alice, Het Kasteel van de sterren. 1869: De verovering van de ruimte - vol. II, Dark Dragon Books, ISBN 9789460783784 (19,95)

Als Collectors Pack: deel 1 en 2 in luxe sleeve: 39,95.